zaterdag 12 juni 1999

TEEK 73


TEEK 73: Edito (Juni 1999)

MIJN EERSTE OLIESJEIK

Ik nam voorzichtig plaats aan de opzichtig gedekte tafel. We waren met drie. Links voor mij zat de man die deze lunch geregeld had. Rechts voor mij zat een man van buitenlandse origine. Hij keek afwezig rond. lk had iets wat ik zelden heb. Klamme handen.

Ik keek vragend naar mijn bemiddelaar en probeerde met mijn ogen duidelijk te maken dat hij het ijs moest breken. Het gesprek ging moeizaam van start. Niet ondenkbeeldig. Rechts voor mij zat mijn eerste oliesjeïk En hij had iets wat ik niet heb. Of althans, waar ik niet genoeg van heb. Geld. Bovendien waren we op zijn terrein. In dit uiterst luxueuze hotel kwam hij elke middag eten. Iedereen kende hem, boog voor hem als was hij een oliesjeik. Zijn lichaamshouding suggereerde aan iedereen die voorbij onze tafel wandelde dat hij de man was waarmee er gesproken diende te worden, dat zijn tafelgenoten vragende partij waren. Tegelijkertijd was hij ontzagwekkend stil.

Voor de lunch had mijn bemiddelaar mij toegefluisterd dat onze gast er enkele regels opna hield. Indien het gesprek hem beviel zou hij achteraf de wijn voor zijn rekening nemen. Meer nog, indien het gesprek hem echt had geboeid, dan zou hij de maître d’hôtel een sorbet en wat koffies ontfutselen, als vanzelfsprekend aangeboden door het hotel. Ik probeerde voorzichtig en in mijn beste Frans het pantser voor mij te ontdooien. "Ik wil van The Publishing Company, de uitgeverij van TEEK, een grote boîte maken, dus heb ik kapitaalkrachtige partners nodig", probeerde ik voorzichtig. Het grote voordeel van mijn job is dat wij bezig zijn met media. En media is voor vele zakenlui niet meer dan glitter en glamour. De TEEK-covers die ik de zwijgzame man liet zien, vooral diegene met mooie vrouwen op, bewerkstelligden langzamerhand een breuk in het pantser. Hij liet me praten, wroeten, schuifelen met papieren terwijl er discreet extreem prijzige gerechten werden voorgeschoteld en afgeruimd. De wijn? Heu... die kwam uit zijn eigen kelder. Ik had het niet direct door maar de man voor mij had dus in dit internationale hotel zijn eigen private wijnkelder. Eerlijk, ik wist niet dat dat kon. De wijn werd ook niet geproefd. Hij bekeek hem, liet hem tollen in het glas, hield hem omhoog in het binnenstromende zonlicht, en mompelde tenslotte dat de wijn perfect was. En, bij god, het was zo.

Zijn aandacht, die voortdurend werd afgeleid door de een of de ander die het restaurant kwam binnengewandeld, begon zich geleidelijk vaster en vaster te zetten op de boekjes die voor hem op tafel lagen. Hij stelde al eens een vraag, zo nu en dan een glinstering in de zwarte ogen, een kaartje van Cacharel met een mooie dame op de voorkant (dat in TEEK stak), plaatste hij ietwat lachend rechtop tegen zijn glas.Toen ik over cijfers begon fronsten zijn wenkbrauwen. Hij werd stil, liet me praten, en verborg zich in iets wat op truffels op een bedje van een of andere mousse geleek. Toen nam hij een servet, trok een gouden pen uit zijn binnenzak, keek me strak aan, en begon mijn slagschip te torpederen. Onderwijl notities makend op het servet. En hoe kom je aan dat cijfer? En hoeveel procent wordt er dan verkocht? En wanneer bedraagt je kapitaal zoveel ? En waarom doe je dat niet zo ? Maar nee, waarom doe je dit dan niet? En hoeveel moet je dan verkopen? Het was de start van de eeuwigdurende nacht op mijn Antarctica. Ik zag nog net hoe er in de tuin van het hotel enkele jongelui over de draad kropen om een verloren geschopte voetbal te recupereren. Voor de rest stelde ik me zo’n beetje vragen bij de rekening die ik straks zou krijgen. Mijn bemiddelaar nam over als bliksemafleider en begon gemoedelijk over koetjes en kalfjes. Ik droomde weg bij mijn laatste slok wijn tot onze gast de in onze nabijheid vertoevende sommelier wenkte. Hij vroeg de fles wijn op zijn rekening te zetten en om en passant de maître d’hôtel te roepen. Toen die langskwam plooide het gezicht van onze gast helemaal open. Hij complimenteerde de maître met de voortreffelijke maaltijd en voor mijn ogen ontfutselde hij de man drie sorbets en drie koffies.

Gert Van Mol, Uitgever, Juni 1999

TEEK 73: Colofon

TEEK MAGAZINE nr 73 • juni ‘99

UITGEVER Gert VAN MOL
COMMERCIEEL DIRECTEUR Anthony CALLEBAUT
ADVISEUR Gunnar RIEBS
BUSINESS MANAGER Inge JORDAENS

COÖRDINATIE Jan SCHUDDINCK

ART DIRECTOR Diane VAN HOOL
LAY-OUT Joachim HEUVINCK

REDACTIE
Tim COENE, Johan COPERMANS, Sam DE GRAEVE, Michel KEMPENEERS, Peter MATTHEUS,Gert MEESTERS, Ruben NOLLET, Tom PEETERS, Marc STEENS, GuyVAN VLIERDEN, Patrick VERBOVEN

MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER
Anke HELSEN, Bart MAES, An MESKENS, Jo MICHIELS, Tom NAEGELS, Evelien RUTTEN, StefanVANDERSTRAETEN, BrunoVANSPAUWEN

FOTOGRAFEN
Gary BREYSSEM, Benny DEGROVE, Wim MILO, Diederik VANDER MIEDEN, Frederic VANDEVELDE, Filip VAN ROE, Dimitri VAN ZEEBROECK

PRINT & DISTRIBUTION MANAGER Jana MASARCOVA

ADVERTISING MANAGER Tom DE BRUYN, Ilse LAMBRECHTS

MARKETING MANAGER Ulrike JANSSEN

PROMOTIE & SPONSORING Femke BROUNS

OFFICE MANAGEMENT Katrien PIETERS

CONSUMER MARKETING MANAGER Ellen NAEGELS

ASSISTANT Albert KLOEZEN

NETWERKBEHEER Roeland DE WINDT

DRUKWERK THE PUBLISHING COMPANY nv

FOTOGRAVURE Pages

ADRES TEEK, Lambert Crickxstraat 17, 1070 Brussel
Tel: 0032 (0)2 522.67.37 Fax: 00 32 (0)2 522.79.44
E-mail: redactie@teek.be

TEEK IS EEN UITGAVE VAN THE PUBLISHING COMPANY NV

Verantwoordelijke uitgeverGert VAN MOL

VERSPREIDE OPLAGE 65.000 exemplaren

Teek is lid van het CIM

ABONNEMENTEN EN NABESTELLING OUDE NUMMERS

info: Ellen Naegels op 02/522.67.37 voor 1 jaar (12 nrs.) 900 fr te stortenop 435-7250011-20 met vermelding‘abonnement Teek’.
Beëindigen van het abonnement: Min. 3 maanden voor het einde vande abonnementsperiode schriftelijkopzeggen.

REKENINGNUMMERS ABONNEES 435-7250011-20 (B), 63-31-32-667 (Nl) ellen@teek.be

ALGEMEEN REKENINGNUMMER 310-1175808-60 (B)